22 januari 2018

Huisduif

De huisduif staat op nummer 1 van de top-10 van vogels die overlast veroorzaken in en rond gebouwen. Hun oorsprong; nakomeling van de verwilderde rotsduif, in de tweede wereldoorlog losgelaten postduiven, niet op hun hok teruggekeerde ”wedvluchtduiven”. Algemeen voorkomend in steden en dorpen. Verwilderde huisduiven vertonen een grote verscheidenheid in vorm, kleur en tekening. Leefwijze: een huisduivenpaar blijft bij elkaar ’tot de dood hen scheidt’. Legt tot 8 keer per jaar 2 witte eieren in een slordig nest. Eieren komen 17 dagen na het leggen van het 2e ei uit; de jongen vliegen na 4 weken uit. Na ca. 5 maanden zijn de jongen geslachtsrijp. Vermoedelijk maximale leeftijd 20 jaar (gemiddeld 7 jaar). Nestelen op harde ondergrond zoals vensterbanken, zolders, balkons e.d.

Voedsel: bestaat uit zaden, jonge scheuten van planten en struiken, vooral tafelafval in de vorm van brood en aardappelen. Het voederen door mensen en het gebrek aan natuurlijke vijanden zorgt voor een schrikbare toename.

Schade: verwilderde huisduiven vervuilen de omgeving (ca. 14 kg mestproductie per jaar per duif). Kunnen drager zijn van allerlei parasieten zoals mijten, teken, vlooien, vogelwandluizen, vleerluizen e.d. Veroorzaken stank- en geluids- overlast (koeren). In hun nest treft men o.a. aan: motten, vliegen, kevers, mijten, zilvervisjes, stofluizen e.d. Hun nesten veroorzaken verstoppingen van hemelwaterlozingen; hun ammoniakhoudende uitwerpselen tasten steen- en andere gevelmaterialen aan en bevuilen straten, woningen, auto’s enz. Verwilderde huisduiven kunnen ziekten overbrengen.