23 januari 2018

Kakkerlakken

Van de diverse soorten zoals; de amerikaanse-, australische-, de bruinband-, duitse-, oosterse- en surinaamse kakkerlak, is de duitse kakkerlak de meest voorkomende in ons en omliggende landen.

De duitse kakkerlak

De duitse kakkerlak is strogeel tot lichtbruin; 2 lengtestrepen op borstschild, lengte 10-15 mm excl. antennes; mannetjes slanker en achtereind achterlijf niet geheel bedekt door vleugels (zweven wordt alleen waargenomen bij zeer hoge luchttemperatuur). Nimf (jong) is donkerder van kleur, geen vleugels, vervellen tijdens groei 5-7 maal.

Eipakket is 8x3x2 mm groot, bevat gemiddeld 30 eitjes. Eistadium 2-5 weken, per wijfje gemiddeld 7 eipakketjes. Van ei tot volwassen; ca. 2 maanden bij 25 graden (of warmer), duurt tot 7 maanden bij lage temperaturen. Maximum leeftijd volwassenen; ca. 6 maanden. Voorkeurstemperatuur 25 tot 32 graden. De duitse kakkerlak Is lichtschuw, leeft op donkere warme liefst vochtige plaatsen, (achter en onder keukenkastjes, onder koelkast, bij aquaria, in badkamers, in leidingkokers, aan boord van schepen, op vuilstortplaatsen e.d.).

Voedsel: is alleseter, maar bij voorkeur zoet, vochtrijk, kolhydraten, levensmiddelen, dode dieren, uitscheidingen van mens en dier, afvalstoffen etc. ; bij gebrek aan voedsel ook papier, leer, e.d. Kunnen 10 – 40 dagen zonder voedsel leven, maar kunnen niet zonder vocht.

Schade: bevuilen voedsel, verslepen smetstoffen (salmonellosen e.d.). Zijn drager van bacteriën en mijten. Verspreiden een onaangename geur door uitscheiding via de rugklier.

De Bruinbandkakkerlak

De bruinbandkakkerlak komt in ons land veel minder voor dan de duitse kakkerlak. Komt vooral voor in de tropen en subtropen, met name in Afrika. Gedurende laatste eeuw verspreid over gehele wereld (door transport van goederen en materialen). Wordt in Nederland op diverse plaatsen aangetroffen, met name in bejaardentehuizen en flatgebouwen.De bruinbandkakkerlak lijkt op de duitse kakkerlak, maar mist de lengtestrepen op het borstschild, heeft langere antennes 10–15 mm lang. Lichte dwarsstreep op borstschild en achterlijf. Bij het mannetje zijn de vleugels langer dan het lichaam (kan vliegen). Meestal kastanjebruin van kleur, er zijn kleurvariaties, is even groot (10-15 mm excl. antennes) als de duitse kakkerlak.

Eipakket bevat gemiddeld 16 eitjes. Duur van het eistadium bij 24 graden is 74 dagen (bij 28 graden 43 dagen), larve stadium bij 24 graden is 160 dagen (bij 28 graden 110 dagen). De temperatuur is heel belangrijk, bij temperatuur beneden 24 graden wordt de ontwikkeling sterk afgeremd. Maximale levensduur volwassen dier ca. 4 maanden. Niet of weinig lichtschuw; zeer actief, vliegt soms. Optimale temperatuur ca. 30 graden. Komt ook voor op drogere plaatsen dan de duitse en oosterse kakkerlak (achter schilderijen bijv. behang, kasten, boeken, meubels en gordijnen).

Voedsel: voorkeur voor zetmeelhoudende producten, eet ook stijfsel van behang en lijm van boeken.

Schade: bevuilen voedsel en voorwerpen. De bruinbandkakkerlak kan drager zijn van bacteriën en mijten. Kunnen smetstoffen verslepen (o.m. salmonellosen).

De Oosterse kakkerlak

De oosterse kakkerlak wordt ook wel “bakkerstor” genoemd. Dit is geen goede naam omdat het hier niet om een keversoort gaat. Komt in ons land veel minder voor dan de duitse kakkerlak, o.m. in woningen, bakkerijen, hotels levensmiddelenbedrijven, restaurants, ziekenhuizen, fabrieken en aan boord van schepen. De oosterse kakkerlak is blauwzwart, soms kastanjebruin, heeft lange antennes. Lengte 21-28 mm zonder antennes. Vrouwtjes hebben zeer kleine vleugels, mannetjes grotere vleugels, kunnen niet vliegen. Nimf (jong) is ongevleugeld, zeer donker gekleurd, lijkt op volwassen dier. Vervelt tijdens groei 7-10 maal.

Eipakket ca. 10x5x3 mm groot, bevat gemiddeld 16 eitjes. Eistadium 44 dagen bij 30 graden; ca. 80 dagen bij 20 graden; in onverwarmde ruimten van 4 maanden tot mogelijk 2 jaar. Volwassen wijfjes produceren gemiddeld 8 (5-20) ei-pakketten in hun leven, welke reeds na 5 dagen worden afgezet. Larvestadium bij 25 graden duurt langer dan 1 jaar. Duur van ei tot volwassen bij 30 graden; tenminste een half jaar, langer dan een jaar bij 25 graden of lager. Maximum leeftijd volwassenen; 2 maanden bij ca. 30 graden; 9 maanden bij ca. 20 graden.

Voedsel: alleseter, maar bij voorkeur zoet en zetmeel bevattend voedsel; levensmiddelen, uitscheidingen mens/dier, afvalstoffen etc. bij gebrek aan voedsel ook papier, leer e.d. Kunnen 2-4 weken zonder voedsel leven. Bevindt zich vooral op vochtige, donkere plaatsen in keukens, in kruipruimten/kelder, vooral bij warmwaterleidingen.

Schade: bevuilen voedsel, drager van o.m. bacteriën (o.a. salmonella) en mijten, verslepen smetstoffen ( o.a. salmo-nellosen). Verspreiden onaangename geur door uitscheiding via de rugklier.