22 januari 2018

Wespen

Naast de meest voorkomende ‘gewone-‘ en de duitse wesp, kennen we ook de graafwesp en de hoornaar.

De gewone wesp en de duitse wesp

De gewone wesp en de duitse wesp behoren tot de sociaal levende insecten. Behoren tot de familie plooivleugeligen en tot de orde der vliesvleugeligen. Beiden zijn in de zomer algemeen voorkomend, vooral op zandgronden; de meest voorkomende soorten in Europa. De gewone wesp en de duitse wesp hebben veel gelijkenissen, vooral de werksters zijn zeer moeilijk te onderscheiden Echter de koninginnen verschillen in hun geel met zwarte tekening. Een goed ontwikkeld wespenvolk bestaat uit wel 5.000 of méér individuen. Wespen hebben karakteristieke gele en zwarte dwarsstrepen op hun achterlijf. De koningin lijkt op de werksters maar is forser, koninginnen van duitse wesp en gewone wesp zijn ca. 20 mm lang, werksters ca. 15 mm lang. Mannetjes (darren) van beide soorten zijn ca. 15 mm lang (hoornaar 21-28 mm) en hebben langere voelsprieten (antennen) dan de koninginnen en werksters. Wespen hebben stevige kaken en 2 paar doorzichtige vleugels. Overgang van borststuk naar achterlijf sterk ingesnoerd ”wespentaille”. Op de zijkanten van de wespenkop bevinden zich grote langwerpige faceogen met aan de bovenzijde van de kop een drietal bijogen. De jonge koningin zet eind april eitjes af. De eitjes komen uit een opening aan de basis van de legboor (angel). Eistadium; 7-10 dagen. Larvestadium 1-2 weken; de larven zijn wit en pootloos. Popstadium; 1-2 weken. Duur van ei tot volwassen dier 3 tot 5 weken, eerste werksters eind mei. De werksters zijn onvruchtbare vrouwelijke exemplaren; zij zorgen voor het voeden van de larven en de koningin, verder dragen zij zorg voor de verdere uitbouw van het nest en de verdediging van het volk. Levensduur werksters 6 tot 7 weken. Mannetjes komen uit onbevruchte eieren. Bij het optreden van de eerste nachtvorst sterven alle inwoners van het nest, behalve de jonge koninginnen die een verborgen plaats om te overwinteren hebben gezocht (niet in het nest, maar op een beschutte plaats in gebouwen, onder afdakjes of in holle bomen).

Voedsel: eiwithoudend; vooral nodig voor het voeden der larven, door het vangen en consumeren van o.m. vliegen, bijen en niet of weinig behaarde insectenlarven (rupsen). Suikerhoudend, zoals nectar (uit bloemen), honingdauw (vloeibare afscheiding van bladluizen), de braakvloeistof der wespenlarven, vruchtvlees en sap van rijpe vruchten (pruimen, peren e.d.), maar ook o.m. limonade, stroop, jam, bier. Een wespennest wordt slechts 1 seizoen bewoond.

Nut: de gewone wesp en de duitse wesp vangen en consumeren erg veel lastige en schadelijke insecten, ondermeer kamervliegen en steekmuggen. Er zijn waarnemingen gedaan, dat een populatie van 400 wespen per dag 3.000 gevangen prooidieren naar het nest bracht. Nesten die geen gevaar opleveren voor mens en huisdier dienen ongemoeid te worden gelaten.

Schade: wespen kunnen hinderlijk zijn en soms pijnlijke steken toebrengen indien het nest dreigt te worden verstoord of als wespen in het nauw worden gedreven, bijv. als ze per ongeluk tussen kleding bekneld raken. Het wapen is de zich aan het uiteinde van het achterlichaam bevindende angel (legboor) die verbonden is met een tweetal gifklieren. Met de angel kan de wesp meermalen een steek toebrengen. De angel wordt gebruikt om zonodig prooidieren te doden, alhoewel een wesp de meest prooien doodt met haar stevige kaken. Een steek is in de meeste gevallen geheel ongevaarlijk, tenzij het gif direct in een ader is gekomen of als men overgevoelig is voor de giftige stoffen (histamine / apitoxine). Steken in de mond of nek kunnen opgezwollen slijmvliezen of zelfs ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken. Wordt een persoon of dier na een wespensteek bleek, onpasselijk of duizelig; dan dient men snel de hulp van een arts te vragen.

De hoornaar

Zowel qua uiterlijk, leefwijze, voedsel, voortplanting en ontwikkeling is de hoornaar vrijwel volledig identiek aan de gewone wesp, echter; zijn formaat is duidelijk groter. Lichaamslengte: wespen mannetje ca. 15mm, van de hoornaar 21-28 mm; wespen werksters 10-15 mm, de hoornaar werksters 17-24mm; wespen koningin ca. 20 mm, hoornaar koningin is 25–35 mm lang. Evenals wespen zijn hoornaars nuttig. De hoornaar vangt veel vliegen, wespen, muggen, rupsen en spinnen. Wees natuurbewust; laat wespennesten die geen direct gevaar opleveren voor mens en huisdier met rust.

Schade: hoornaars kunnen hinderlijk zijn en soms pijnlijke steken toebrengen. De hoornaar is ‘vriendelijker’ dan de meeste wespensoorten; hoornaars zullen alleen steken als ze bekneld raken of als men ze aanraakt. Hoornaars kunnen schadelijk zijn voor bijenhouders; steken de bijen dood en zuigen vervolgens de honing uit hun maag.

Hoe te handelen bij een hoornaar-steek: zie ‘wespen’.