22 januari 2018

Motten

Er is een grote verscheidenheid aan motten, ieder met hun eigen leefwijze. Bekendst in onze omgeving; bruine huismot, kleermot, pelsmot, cacaomot, meelmot, tropische cacaomot, vruchtmot.

De bruine huismot

De bruine huismot wordt ook wel zadenmot genoemd. Behoort tot de schubvleugeligen. Uiterlijk; volwassene (imago) heeft vleugels van 8-14 mm lang, spanwijdte 17-26 mm; heeft 3 zwarte vlekken op elke bruinzwarte voorvleugel. Ei: is ovaal, glimmend en 0,5 mm lang. Larve: max. 20 mm lang, is witachtig met bruine kop, spint kokervormig omhulsel. Pop: is 15-20 mm lang, bevindt zich in zijden cocon. Wijfje legt 200-300 eitjes, niet in groepen maar afzonderlijk. Levenscyclus ei: 10-15 dagen, larvestadium: duurt 2 maanden tot enkele jaren. Ontwikkeling van ei tot imago ca. 4 maanden. Normaal 1 generatie per jaar. De bruine huismot wordt vaak in gebouwen aangetroffen, op rustige, vochtige plaatsen (bijv. onder kasten, onder tapijten, onder vloeren).

Voedsel: de larven van de bruine huismot leven van dierlijke en plantaardige producten, zoals graan, zaden, kurk, linnen, wol en bont. De larven zijn bijzonder gevoelig voor uitdrogen; indien de relatieve luchtvochtigheid langdurig lager is dan 80%, komen de larven niet tot verdere ontwikkeling. De larven kunnen in een soort rustfase terechtkomen waarin de ontwikkeling stilstaat; indien de omstandigheden dan weer gunstig zijn wordt de ontwikkeling vervolgd.

Schade: de bruine huismot brengt schade toe aan kleden, vullingen van matrassen en stoelen, gedroogde planten, graanproducten, véél schade in graanopslagplaatsen, vloerbedekking, houten plinten, achterwanden van houten kasten, enz. Zelfs linnen boekbanden worden aangetast. De aangerichte schade is soms aanzienlijk.

De kleermot

De kleermot is in volwassen stadium 7-8 mm lang, heeft een spanwijdte van 11-17 mm en is lichtbruin. De larve is gebroken wit, tot ca. 10 mm lang en heeft geen ogen op de zijkant van de kop. Kleermotten hebben geelachtige voorvleugels, de achtervleugels zijn iets lichter van kleur. Onder gunstige omstandigheden duurt de ontwikkeling van ei tot volwassen 3 maanden. Het wijfje legt 50 -100 ovale eitjes, hoofdzakelijk in haren, tapijten, bont, veren, huiden en opgezette dieren. De larven leven van dierlijke producten zoals wollen stoffen, tapijten, meubelbekleding, veren, bont, zijde, en isolatiematerialen waarin dierlijke producten (zoals koeien- paardenhaar) verwerkt zijn en kunnen deze volledig vernielen. Kleermotten kunnen binnen gebouwen het hele jaar voorkomen. Kleermotten vliegen alleen ‘s-avonds.

Schade: kleermotten tasten o.a. wol aan. Alleen de larven van de kleermot zorgen voor schade; de aantasting vindt altijd plaats op donkere, rustige plekken. Isolatiemateriaal waarin haren verwerkt zijn kunnen in kantoorgebouwen voor een ware kleermotteninvasie zorgen. Ook opgezette dieren kunnen door kleermotten zwaar aangetast worden.

De pelsmot

De pelsmot is in volwassen stadium 7-8 mm lang, heeft een spanwijdte van 11-17 mm en is lichtbruin. De pelsmotlarve is gebroken wit van kleur, wordt tot ca. 10 mm lang. Op de voorvleugels zijn 3 donkere strepen zichtbaar; die ontbreken bij de kleermot. Het vrouwtje legt ca. 50 – 100 eitjes; bij voorkeur in wol. De ontwikkeling van ei tot imago (volwassen) varieert van 5 maanden tot 1 jaar, afhankelijk van de temperatuur en hoe voedzaam het materiaal is waarop of waarin zij zich bevinden. Haren, veren en bont zijn voedzamer dan geweven wol. De larve (rups) van de pelsmot leeft in een buisvormig huisje en draagt dat met zich mee als zij zich verplaatst. Pelsmotlarven hebben een voorkeur voor een vochtige omgeving; dit in tegenstelling tot kleermotlarven die van een drogere omgeving houden. Volwassen motvlinders komen meestal in juni tevoorschijn; vliegen uitsluitend ’s-avonds. Pelsmotten kunnen in vogelnesten worden aangetroffen. Volwassen motten eten niet.

Schade: pelsmotten tasten wol aan. De larven (rupsen) brengen schade toe aan producten van dierlijke herkomst.